Vertaling van burcht

Inhoud:

Nederlands
Duits
burcht [m], kasteel [o] {zn.}
Burg [v] (die ~)
Mijn thuis is mijn kasteel.
Mein Heim ist meine Burg.
burcht [m], kasteel [o], slot [o] {zn.}
Burg [v] (die ~)
Schloß [o] (das ~)
Kastell [o] (das ~)


Gerelateerd aan burcht

kasteel - slot