Vertaling van dadelijk
Inhoud:
Nederlands
Duits
aanstonds, dadelijk, meteen, op staande voet, schielijk, subiet, zo, onmiddellijk {bw.}
alsbald
flugs
gleich
sofort
sogleich
umgehend
flugs
gleich
sofort
sogleich
umgehend
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Duits
Ja, ik kom dadelijk.
Ja, ich komme sofort.
We beginnen dadelijk met het werk.
Wir werden bald mit der Arbeit anfangen.
Als je niet uitkijkt, lig je dadelijk nog in het water.
Wenn du nicht aufpasst, wirst du gleich ins Wasser fallen.