Vertaling van dalen

Inhoud:

Nederlands
Duits
dalen, lager worden, naar beneden gaan, zakken {ww.}
sinken
heruntergehen
sich senken
sich herablassen
sich erniedrigen
niedrig werden

wij dalen
jullie dalen
zij dalen

wir sinken
ihr sinkt
sie sinken
» meer vervoegingen van sinken

afdalen, zakken, dalen {ww.}
fallen
hinabfliegen
herunterfliegen
herabfliegen
heruntersteigen
talabwärts fließen
abfallen
bergab gehen
hinuntergehen
hinabgehen
heruntergehen
herabgehen
hinuntersteigen
hinabsteigen
hinunterfliegen
sich senken
herabfahren
abschüssig sein
herunterfahren
talwärts fließen
hinabfahren
hinunterfahren
herabsteigen

wij dalen
jullie dalen
zij dalen

wir fallen
ihr fallt
sie fallen
» meer vervoegingen van fallen

Ik wil niet zakken voor mijn examens.
Ich will nicht durch meine Prüfungen fallen.
afnemen, dalen, kleiner worden, verminderen {ww.}
abnehmen
sich verkleinern
schwinden
klein werden

wij dalen
jullie dalen
zij dalen

wir nehmen ab
ihr nehmt ab
sie nehmen ab
» meer vervoegingen van abnehmen

dal [o] (het ~), vallei {zn.}
Tal [o] (das ~)
vallei [m] (de ~), dal (mv. dalen) {zn.}
Tal [o] (das ~)


Gerelateerd aan dalen

lager worden - naar beneden gaan - zakken - afdalen - afnemen - kleiner worden - verminderen - dal - valleidal