Vertaling van deel

Inhoud:

Nederlands
Duits
deel [o], aandeel [o], portie [v], rantsoen [o], taks [m] {zn.}
Portion [v] (die ~)
Anteil [m] (der ~)
Ration [v] (die ~)
Wilt u nog een portie?
Möchten Sie noch eine Portion?
Wie denkt: "vandaag de dag spreekt iedereen Engels" of "de hele wereld spreekt Engels" zonder te vragen welk deel van de wereldbevolking Engels spreekt, en wat het niveau…
Wer denkt: „Heutzutage spricht jeder Englisch“ oder: „Die gesamte Welt spricht Englisch“, ohne sich zu fragen, welcher Anteil der Weltbevölkerung es denn nun…
deel, deeltje, item, partikel, punt {zn.}
Partikel
Partikelchen
Einzelteilchen [o] (das ~)
deel [v], dorsvloer [m] {zn.}
Tenn
Tenne [v] (die ~)
Dreschboden
Dreschtenne
deel, gedeelte, onderdeel, stuk, part {zn.}
Teil [o] (das ~)
Stück [o] (das ~)
Anteil [m] (der ~)
Partie [v] (die ~)
Kun je me alsjeblieft een stuk brood geven?
Gib mir bitte ein Stück Brot.
De hond had een stuk vlees in zijn bek.
Der Hund hatte ein Stück Fleisch in seinem Maul.
band [m], deel [o], boekdeel [o], volume {zn.}
Volumen [o] (das ~)
Band [o] (das ~)
afbreken, delen, splitsen, opsplitsen, verdelen {ww.}
aufteilen
zerlegen
zerteilen
verteilen
gliedern
einteilen
teilen
dividieren

ik deel

ich teile auf
» meer vervoegingen van aufteilen

delen, samen gebruiken {ww.}
teilen

ik deel

ich teile
» meer vervoegingen van teilen



Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Duits

Hij nam niet deel aan de discussie.

Er nahm nicht an der Diskussion teil.

Eindelijk heeft de lente dit deel van Japan bereikt.

Endlich hat der Frühling diesen Teil Japans erreicht.

Bent u van plan deel te nemen aan de bijeenkomst?

Planst du am Treffen teilzunehmen?

Ze maken veel ruzie, maar voor het grootste deel schieten ze goed met elkaar op.

Sie streiten viel, aber die meiste Zeit kommen sie ganz gut miteinander aus.

Ze geeft het grootste deel van haar geld uit aan kleren.

Den größten Teil ihres Geldes gibt sie für Kleidung aus.

Ik was te laat op de vergadering met als gevolg dat ik het belangrijkste deel gemist heb.

Ich kam zu spät zu der Besprechung mit dem Ergebnis, dass ich das Wichtigste verpasst hatte.

Wie denkt: "vandaag de dag spreekt iedereen Engels" of "de hele wereld spreekt Engels" zonder te vragen welk deel van de wereldbevolking Engels spreekt, en wat het niveau van hun taalkundige vaardigheid is, wilt de waarheid niet onder ogen zien.

Wer denkt: „Heutzutage spricht jeder Englisch“ oder: „Die gesamte Welt spricht Englisch“, ohne sich zu fragen, welcher Anteil der Weltbevölkerung es denn nun ist, der Englisch spricht, oder wie gut es gesprochen wird, der will nicht die Wirklichkeit vor seinen Augen sehen.


Gerelateerd aan deel

aandeel - portie - rantsoen - taks - deeltje - item - partikel - punt - dorsvloer - gedeelte - onderdeel - stuk - part - band - boekdeel