Vertaling van dicht
Inhoud:
Nederlands
Duits
dicht, dik, gebonden {bn.}
dicht
gedrängt
geschlossen
undurchdringlich
gedrängt
geschlossen
undurchdringlich
dicht, gesloten, toe {bn.}
geschlossen
zu
zu
compact, dicht {bn.}
fest
kompakt
massig
kompakt
massig
dichten, dichtmaken, stoppen, toestoppen, verstoppen, volstoppen {ww.}
zustopfen
stopfen
verstopfen
pfropfen
stopfen
verstopfen
pfropfen
ik dicht
jij dicht
hij/zij/het dicht
ich stopfe zu
du stopfst zu
er/sie/es stopft zu
» meer vervoegingen van zustopfen
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Duits
Doe je boek dicht.
Klapp dein Buch zu.
De grens is dicht.
Die Grenze ist geschlossen.
De deur was niet dicht.
Die Türe war nicht geschlossen.
Doe de deur niet dicht.
Mach die Tür nicht zu.
Doe de deur dicht als je weggaat.
Schließ beim Hinausgehen die Türe.
De meeste ongelukken gebeuren dicht bij huis.
Die meisten Unfälle ereignen sich in der Nähe des eigenen Zuhauses.
Het is gevaarlijk dicht bij het vuur te spelen.
Es ist gefährlich nahe am Feuer zu spielen.