Vertaling van dichtbij
Inhoud:
Nederlands
Duits
dichtbij, nabij, vlakbij {bw.}
nahe
aan, bij, dichtbij, naast, nabij {vz.}
an
bei
neben
nahe bei
bei
neben
nahe bei
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Duits
Dichtbij
Nah
Haar huis is dichtbij de zee.
Ihr Haus ist nahe am Meer.
Het is hier dichtbij
Es ist hier in der Nähe.