Vertaling van dienen
Inhoud:
Nederlands
Duits
dienen, bedienen, helpen, van dienst zijn {ww.}
bedienen
dienen
dienen
wij dienen
jullie dienen
zij dienen
wir bedienen
ihr bedient
sie bedienen
» meer vervoegingen van bedienen
horen, behoren, dienen, moeten, zullen {ww.}
müssen
sollen
dürfen
sollen
dürfen
wij dienen
jullie dienen
zij dienen
wir müssen
ihr müsst
sie müssen
» meer vervoegingen van müssen
Zullen we gaan zwemmen?
Sollen wir schwimmen gehen?
Welk spel zullen we nu spelen?
Welches Spiel sollen wir als nächstes spielen?