Vertaling van dik

Inhoud:

Nederlands
Duits
dik, vet, vettig {bn.}
feist
fett
fettig
geil
dick
schmierig
fetthaltig
fruchtbar
Fett-
dik, lijvig {bn.}
dick
grob
zähflüssig
klebrig
fett
dicht, dik, gebonden {bn.}
dicht
gedrängt
geschlossen
undurchdringlich


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Duits

De vrouw is dik.

Die Frau ist dick.

Ik ben zo dik.

Ich bin so fett.

Je bent dik geworden.

Du bist dick geworden.

Als je zoveel eet, zal je dik worden.

Wenn du so viel isst, wirst du fett.

De mist is vandaag zo dik als erwtensoep.

Der Nebel ist heute so dick wie Erbsensuppe.

Het ijs is dik genoeg om er op te lopen.

Das Eis ist so dick, dass man darauf gehen kann.


Gerelateerd aan dik

vet - vettig - lijvig - dicht - gebonden