Vertaling van doel

Inhoud:

Nederlands
Duits
doel [o], bedoeling [v], strekking [v], plan [o], toeleg [m], voornemen [o], zin [m] {zn.}
Plan [v] (die ~)
Absicht [v] (die ~)
Dat was niet mijn bedoeling.
Das war nicht meine Absicht.
Het plan zal werken.
Der Plan wird funktionieren.
doel [o], doelstelling [v], doelwit [o], honk, wit {zn.}
Ziel [o] (das ~)
Zweck [m] (der ~)
Het doel heiligt de middelen.
Der Zweck heiligt die Mittel.
De pijl raakte het doel.
Der Pfeil traf das Ziel.
doel [o], goal {zn.}
Tor


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Duits

De pijl raakte het doel.

Der Pfeil traf das Ziel.

Het doel heiligt de middelen.

Der Zweck heiligt die Mittel.

Dit keer is Parijs mijn doel.

Dieses Mal ist mein Ziel Paris.

Wat is je doel in het leven?

Was ist dein Lebensziel?

Hij heeft maar een doel in het leven: geld verdienen.

Er hat nur ein Lebensziel: Geld verdienen.

Hij legde het belangrijkste doel van het plan uit.

Er erklärte das Hauptziel des Planes.

Zijn doel is het niet, om geld te maken.

Es ist nicht sein Ziel, Geld zu verdienen.

Mary stopt voor niets of niemand om haar doel te bereiken.

Maria wird, um ihr Ziel zu erreichen, vor nichts haltmachen.

Het blijkt dat dit een zeer gunstige factor is voor ons project, dat juist als doel heeft in samenwerking een netwerk te scheppen van vertalingen in zoveel mogelijk talen.

Es hat sich herausgestellt, dass dies ein sehr günstiger Faktor für unser Projekt ist, das genau darauf abzielt, in gemeinsamer Arbeit ein Netz von Übersetzungen in möglichst vielen Sprachen zu schaffen.


Gerelateerd aan doel

bedoeling - strekking - plan - toeleg - voornemen - zin - doelstelling - doelwit - honk - wit - goal