Vertaling van doorvoeren

Inhoud:

Nederlands
Duits
aanwenden, doorvoeren, in toepassing brengen, toepassen {ww.}
anbringen
auflegen
auftragen
verabreichen
applizieren
verwenden
anwenden
bewerkstelligen, doorvoeren, tot stand brengen, verwezenlijken {ww.}
leisten
vornehmen
durchführen
zustande bringen
vollbringen
bewerkstelligen
verwirklichen
ausrichten
ausführen