Vertaling van drijven

Inhoud:

Nederlands
Duits
drijven, aandrijven, opjagen, voortdrijven {ww.}
vor sich hertreiben
jagen
treiben
anfeuern

wij drijven
jullie drijven
zij drijven

wir jagen
ihr jagt
sie jagen
» meer vervoegingen van jagen

drijven, zwemmen, baden {ww.}
schwimmen

wij drijven
jullie drijven
zij drijven

wir schwimmen
ihr schwimmt
sie schwimmen
» meer vervoegingen van schwimmen

Ik kan niet zwemmen.
Ich kann nicht schwimmen.
Mary kan zwemmen.
Mary kann schwimmen.
drijven, afdrijven, op drift zijn {ww.}
abweichen
getrieben werden
dahingetrieben werden
dahintreiben
treiben
abtreiben

wij drijven
jullie drijven
zij drijven

wir weichen ab
ihr weicht ab
sie weichen ab
» meer vervoegingen van abweichen

dobberen, drijven, vlotten {ww.}
treiben
obenauf schwimmen

wij drijven
jullie drijven
zij drijven

wir treiben
ihr treibt
sie treiben
» meer vervoegingen van treiben



Gerelateerd aan drijven

aandrijven - opjagen - voortdrijven - zwemmen - baden - afdrijven - op drift zijn - dobberen - vlotten