Vertaling van dronken

Inhoud:

Nederlands
Duits
beschonken, dronken, zat {bn.}
berauscht
trunken
betrunken
drinken, gebruiken {ww.}
trinken

wij dronken
jullie dronken
zij dronken

wir tranken
ihr trankt
sie tranken
» meer vervoegingen van trinken

Wij drinken alles.
Wir trinken alles.
Echte mannen drinken thee.
Wahre Männer trinken Tee.
drinken, pimpelen {ww.}
zechen
saufen

wij dronken
jullie dronken
zij dronken

wir zechten
ihr zechtet
sie zechten
» meer vervoegingen van zechen



Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Duits

We zijn heel dronken.

Wir sind völlig betrunken.

Dronken rijden is een serieus probleem.

Trunkenheit am Steuer ist ein ernstzunehmendes Problem.


Gerelateerd aan dronken

beschonken - zat - drinken - gebruiken - pimpelen