Vertaling van duidelijk maken
Inhoud:
Nederlands
Duits
beduiden, duidelijk maken, uitleggen, verhelderen, verklaren {ww.}
erklären
erläutern
einleuchten
darlegen
erläutern
einleuchten
darlegen
Tom moet dingen uitleggen.
Tom hat einiges zu erklären.
Ik zal het aan hem uitleggen.
Ich werde es ihm erklären.