Vertaling van dulden
Inhoud:
Nederlands
Duits
doorstaan, dulden, harden, uithouden, uitstaan, verdragen {ww.}
ertragen
aushalten
ausstehen
aushalten
ausstehen
wij dulden
jullie dulden
zij dulden
wir ertragen
ihr ertragt
sie ertragen
» meer vervoegingen van ertragen
Ik kan de pijn niet meer uitstaan.
Ich kann die Schmerzen nicht mehr aushalten.
Verdragen kan onverdraaglijk zijn.
Ertragen kann unerträglich sein.
aanzien, dulden, toelaten, tolereren, velen, verdragen, pikken {ww.}
dulden
wij dulden
jullie dulden
zij dulden
wir dulden
ihr duldet
sie dulden
» meer vervoegingen van dulden