Vertaling van duren
Inhoud:
Nederlands
Duits
aanhouden, beklijven, duren, standhouden, voortduren {ww.}
dauern
sich hinziehen
währen
sich hinziehen
währen
zij duren
sie dauern
» meer vervoegingen van dauern
Je weet nooit hoelang deze vergaderingen zullen duren.
Man weiß nie, wie lang diese Treffen dauern werden.