Vertaling van eenzaam
Inhoud:
Nederlands
Duits
eenzaam {bn.}
einsam
eenzaam, onbemand, onbevolkt, onbewoond, uitgestorven, verlaten {bn.}
menschenleer
doods, eenzaam, uitgestorven, verlaten, woest {bn.}
öde
wüst
verödet
verlassen
unbewohnt
wüst
verödet
verlassen
unbewohnt
afzonderlijk, alleen, eenzaam {bn.}
einzig
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Duits
Ik ben eenzaam zonder jou.
Ich bin einsam ohne dich.
Tom voelde zich erg eenzaam.
Tom hat sich sehr einsam gefühlt.
Ze zag er eenzaam uit.
Sie hat einsam ausgesehen.