Vertaling van effen

Inhoud:

Nederlands
Duits
effen, gelijk, glad, sluik, zonder moeilijkheden, vlot {bn.}
geläufig
glatt
eben
reibungslos
schmeichelnd
verfüherisch
effen, gelijk, vlak {bn.}
eben
glatt
flach
Flach-
effenen, gelijkmaken, slechten {ww.}
gleichschlagen
schlichten
abgleichen
abfluchten
planieren
gleichmachen
einebnen
ebnen

ik effen

ich schlichte
» meer vervoegingen van schlichten

banen, effenen, gladmaken, gladstrijken, uitstrijken {ww.}
in Ordnung bringen
glattmachen
schlichten
glätten

ik effen

ich mache glatt
» meer vervoegingen van glattmachen