Vertaling van eggen

Inhoud:

Nederlands
Duits
eggen {ww.}
eggen

wij eggen
jullie eggen
zij eggen

wir eggen
ihr eggt
sie eggen
» meer vervoegingen van eggen

eg (mv. eggen) [v] {zn.}
Egge [v] (die ~)


Gerelateerd aan eggen

eg