Vertaling van emmer

Inhoud:

Nederlands
Duits
emmer [m] {zn.}
Eimer [m] (der ~)
De emmer was vol water.
Der Eimer war voll mit Wasser.
Vul alstublieft deze emmer met water.
Bitte füll diesen Eimer mit Wasser.
doos [v], bak [m], etui [o], foedraal [o], koker [m], korf [m], pot [m], zak, vat [o], kist [v], fles [v], krat [o], emmer, kruik, urn {zn.}
Besteck [o] (das ~)
Krug [m] (der ~)
Behälter [m] (der ~)


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Duits

De emmer was vol water.

Der Eimer war voll mit Wasser.

Vul alstublieft deze emmer met water.

Bitte füll diesen Eimer mit Wasser.

Heeft u misschien een emmer water voor mij? Ik heb een lekke band.

Haben Sie vielleicht einen Eimer Wasser für mich? Ich habe einen Platten.

Heeft u misschien een emmer water voor mij? Ik heb een lekke band.

Haben Sie vielleicht einen Eimer Wasser für mich? Ich habe einen Platten.


Gerelateerd aan emmer

doos - bak - etui - foedraal - koker - korf - pot - zak - vat - kist - fles - krat - kruik - urn