Vertaling van enig
Inhoud:
Nederlands
Duits
enig {spreekw.}
etwas
enig, uniek {bn.}
einzig
alleen, enig, louter, verlaten {bn.}
allein
alleinig
bloß
einzig
alleinig
bloß
einzig
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Duits
Ik ben enig kind.
Ich bin ein Einzelkind.
Heb je enig goed nieuws?
Hast du gute Nachrichten?