Vertaling van eraan
Inhoud:
Nederlands
Duits
eraan {zn.}
hinzu
"In één nacht," voegde Dima eraan to.
"In einer Nacht", fügte Dima hinzu.
daaraan, daar ... aan, eraan, er ... aan, erheen, er ... heen {zn.}
ihm
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Duits
De lente komt eraan.
Bald ist Frühling.
Kerstmis komt eraan.
Bald ist Weihnachten.
"In één nacht," voegde Dima eraan to.
"In einer Nacht", fügte Dima hinzu.
Nu denk eraan dat ge niet moogt roken in haar auto.
Jetzt denk daran, dass du nicht rauchst in ihrem Auto.