Vertaling van faecaliën

Inhoud:

Nederlands
Duits
drek [m], ontlasting [v], drol, keutel, stront, uitwerpselen, vijg, excrementen, faecaliën, faeces, poep {zn.}
Fäzes
Exkremente
Kacke [v] (die ~)
Kot [m] (der ~)


Gerelateerd aan faecaliën

drek - ontlasting - drol - keutel - stront - uitwerpselen - vijg - excrementen - faeces - poep