Vertaling van feest

Inhoud:

Nederlands
Duits
feest [o], festiviteit [v], fuif [v], partij [v] {zn.}
Fest [o] (das ~)
Feier [v] (die ~)
Fete [v] (die ~)
Ze kwam niet opdagen bij het feest gisteren.
Auf der gestrigen Feier ist sie nicht aufgetaucht.
We hebben een romanschrijver en een poëet uitgenodigd voor het feest.
Wir luden zu dem Fest einen Schriftsteller und Dichter ein.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Duits

We hebben een feest volgende zaterdag.

Wir werden am nächsten Samstag eine Party machen.

Ik heb hen uitgenodigd voor het feest.

Ich habe sie zur Party eingeladen.

Er zijn maar tien mensen opgedaagd voor het feest.

Nur zehn Leute sind zur Party erschienen.

Meer dan 100 mensen waren op het feest.

Über 100 Personen waren auf der Party.

Ze kwam niet opdagen bij het feest gisteren.

Auf der gestrigen Feier ist sie nicht aufgetaucht.

Ik kwam Mary tegen op het feest afgelopen week.

Ich habe Mary zufällig letzte Woche auf der Party getroffen.

We hebben een romanschrijver en een poëet uitgenodigd voor het feest.

Wir luden zu dem Fest einen Schriftsteller und Dichter ein.

Alle vrienden aan wie ik een uitnodiging gestuurd heb, zijn op het feest gekomen.

Alle meine Freunde, denen ich eine Einladung geschickt hatte, sind zur Party gekommen.

Doe haar de groeten als je haar ziet op het feest.

Bitte grüß sie von mir, wenn du sie auf der Party siehst.


Gerelateerd aan feest

festiviteit - fuif - partij