Vertaling van fiatteren

Inhoud:

Nederlands
Duits
fiatteren, goedvinden, sanctioneren, goedkeuren, het eens zijn, overeenstemmen, samengaan, accorderen, stroken, bijeenpassen, rijmen, kloppen {ww.}
in Übereinstimmung sein
zusammenstimmen
in Einklang stehen
übereinstimmen

wij fiatteren
jullie fiatteren
zij fiatteren

wir stimmen zusammen
ihr stimmt zusammen
sie stimmen zusammen
» meer vervoegingen van zusammenstimmen