Vertaling van figuur

Inhoud:

Nederlands
Duits
figuur, postuur [o], statuur [v], gestalte, lichaamsbouw {zn.}
Statur [v] (die ~)
Gestalt [v] (die ~)
beeld [o], afbeelding [v], figuur {zn.}
Bild [o] (das ~)
Figur [v] (die ~)
Redewendung [v] (die ~)
Statue [v] (die ~)
Postur
Gestalt [v] (die ~)
Abbild [o] (das ~)
Ze heeft een slank figuur.
Sie hat eine schlanke Figur.
Hij hing een afbeelding aan de muur.
Er hängte ein Bild an die Wand.


Gerelateerd aan figuur

postuur - statuur - gestalte - lichaamsbouw - beeld - afbeelding