Vertaling van fluiten
Inhoud:
Nederlands
Duits
fluiten, fluitspelen {ww.}
flöten
wij fluiten
jullie fluiten
zij fluiten
wir flöten
ihr flötet
sie flöten
» meer vervoegingen van flöten
fluiten, sissen {ww.}
zischen
surren
surren
wij fluiten
jullie fluiten
zij fluiten
wir zischen
ihr zischt
sie zischen
» meer vervoegingen van zischen
fluiten, gieren, piepen {ww.}
pfeifen
wij fluiten
jullie fluiten
zij fluiten
wir pfeifen
ihr pfeift
sie pfeifen
» meer vervoegingen van pfeifen
pikken, zingen, fluiten {ww.}
picken
wij fluiten
jullie fluiten
zij fluiten
wir picken
ihr pickt
sie picken
» meer vervoegingen van picken