Vertaling van fonkelen

Inhoud:

Nederlands
Duits
fonkelen {ww.}
glitzern
funkeln

zij fonkelen

sie glitzern
» meer vervoegingen van glitzern

fonkelen, glinsteren, sprankelen {ww.}
funkeln

zij fonkelen

sie funkeln
» meer vervoegingen van funkeln



Gerelateerd aan fonkelen

glinsteren - sprankelen