Vertaling van fort

Inhoud:

Nederlands
Duits
fort {zn.}
Fort [o] (das ~)
fort [o], verschansing [v], versterking [v], sterkte {zn.}
Festung [v] (die ~)
Festungswerk
Fort [o] (das ~)
Blockhaus [o] (das ~)
Befestigung [v] (die ~)
We zijn een fort.
Wir sind eine Festung.


Gerelateerd aan fort

verschansing - versterking - sterkte