Vertaling van frapperen
Inhoud:
Nederlands
Duits
frapperen, treffen, aandoen, aangrijpen {ww.}
erregen
angreifen
affizieren
angreifen
affizieren
wij frapperen
jullie frapperen
zij frapperen
wir erregen
ihr erregt
sie erregen
» meer vervoegingen van erregen