Vertaling van fruiten
Inhoud:
Nederlands
Duits
bakken, fruiten {ww.}
braten
fritieren
backen
fritieren
backen
wij fruiten
jullie fruiten
zij fruiten
wir braten
ihr bratet
sie braten
» meer vervoegingen van braten
wij fruiten
jullie fruiten
zij fruiten
wir braten
ihr bratet
sie braten
» meer vervoegingen van braten