Vertaling van fuif
Inhoud:
Nederlands
Duits
feest , festiviteit , fuif , partij {zn.}
Fest
Feier
Fete
Feier
Fete
Ze kwam niet opdagen bij het feest gisteren.
Auf der gestrigen Feier ist sie nicht aufgetaucht.
We hebben een romanschrijver en een poëet uitgenodigd voor het feest.
Wir luden zu dem Fest einen Schriftsteller und Dichter ein.
fuiven, vieren, feestvieren {ww.}
begehen
feiern
feiern
ik fuif
ich begehe
» meer vervoegingen van begehen
Op 14 februari vieren Amerikanen Valentijnsdag.
Am vierzehnten Februar feiern die Amerikaner den Valentinstag.
Enkele jaren later werd in plaats van "De Internationale Taal van doctor Esperanto" gewoonlijk de korte naam "Esperanto" gebruikt. Op deze dag vieren we dus in de hele…
Nach einigen Jahren kam anstelle von "Die internationale Sprache des Dr. Esperanto" die kurz Bezeichnung "Esperanto" in Gebrauch. An diesem Tag begehen wir daher überall…