Vertaling van gaan door

Inhoud:

Nederlands
Duits
afleggen, aflopen, doorgaan, gaan door {ww.}
durchqueren
hindurchgehen
durchgehen

wij gaan door
jullie gaan door
zij gaan door

wir durchqueren
ihr durchquert
sie durchqueren
» meer vervoegingen van durchqueren

gelden, heten, doorgaan, zich aanstellen {ww.}
sich geziert benehmen
sich unnatürlich benehmen
spielen
gespreitzt tun
sich den Anschein geben
vorgeben
vortäuschen
sich zieren
affektieren

wij gaan door
jullie gaan door
zij gaan door

wir spielen
ihr spielt
sie spielen
» meer vervoegingen van spielen

doorgaan, verder gaan met, vervolgen, voortgaan, voortzetten {ww.}
weiterführen
fortführen
fortsetzen
fortfahren

wij gaan door
jullie gaan door
zij gaan door

wir führen weiter
ihr führt weiter
sie führen weiter
» meer vervoegingen van weiterführen



Gerelateerd aan gaan door

afleggen - aflopen - doorgaan - gelden - heten - zich aanstellen - verder gaan met - vervolgen - voortgaan - voortzetten