Vertaling van gaan naar

Inhoud:

Nederlands
Duits
aanpakken, gaan naar, genaken, naderen, benaderen {ww.}
anlaufen


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Duits

We gaan naar de bioscoop.

Wir gehen ins Kino.

Alle kinderen gaan naar school in Japan.

Alle Kinder in Japan gehen zur Schule.

We gaan naar de film. Kom gezellig mee.

Wir gehen in's Kino, komm doch mit!


Gerelateerd aan gaan naar

aanpakken - genaken - naderen - benaderen