Vertaling van gebonden
Inhoud:
Nederlands
Duits
gebonden, niet vrij, onvrij {bn.}
gebunden
dicht, dik, gebonden {bn.}
dicht
gedrängt
geschlossen
undurchdringlich
gedrängt
geschlossen
undurchdringlich
aaneensluiten, binden, verdichten {ww.}
komprimieren
zusammendrängen
kondensieren
verdichten
zusammendrängen
kondensieren
verdichten
ik heb gebonden
jij hebt gebonden
hij/zij/het heeft gebonden
ich habe komprimiert
du hast komprimiert
er/sie/es hat komprimiert
» meer vervoegingen van komprimieren
binden, inbinden {ww.}
einbinden
binden
binden
ik heb gebonden
jij hebt gebonden
hij/zij/het heeft gebonden
ich habe eingebunden
du hast eingebunden
er/sie/es hat eingebunden
» meer vervoegingen van einbinden
aansluiten, binden, vastbinden, vastmaken, verbinden {ww.}
verbinden
binden
binden
ik heb gebonden
jij hebt gebonden
hij/zij/het heeft gebonden
ich habe verbunden
du hast verbunden
er/sie/es hat verbunden
» meer vervoegingen van verbinden
De nieuwe tunnel zal Brittannië met Frankrijk verbinden.
Der neue Tunnel wird Britannien und Frankreich verbinden.