Vertaling van gedeelte

Inhoud:

Nederlands
Duits
deel, gedeelte, onderdeel, stuk, part {zn.}
Teil [o] (das ~)
Stück [o] (das ~)
Anteil [m] (der ~)
Partie [v] (die ~)
Kun je me alsjeblieft een stuk brood geven?
Gib mir bitte ein Stück Brot.
De hond had een stuk vlees in zijn bek.
Der Hund hatte ein Stück Fleisch in seinem Maul.


Gerelateerd aan gedeelte

deel - onderdeel - stuk - part