Vertaling van geldig

Inhoud:

Nederlands
Duits
geldig {bn.}
rechtfertigend
aannemelijk, aanvaardbaar, acceptabel, geldig, schikkelijk {bn.}
akzeptabel
annehmbar
gangbaar, geldend, geldig, vigerend {bn.}
rechtsgültig
valid
gültig


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Duits

Hoelang is dit visum geldig?

Wie lange ist dieses Visum gültig?

Het ticket is geldig tot en met maandag.

Der Fahrschein gilt bis einschließlich Montag.

Tickets zijn geldig voor twee dagen, inclusief de dag waarop ze zijn aangekocht.

Die Karten gelten nur zwei Tage, inklusive dem Tag, an dem sie gekauft wurden.


Gerelateerd aan geldig

aannemelijk - aanvaardbaar - acceptabel - schikkelijk - gangbaar - geldend - vigerend