Vertaling van geleerd

Inhoud:

Nederlands
Duits
geleerd, knap, ontwikkeld {bn.}
gebildet
gesittet
bijbrengen, instrueren, leren, scholen {ww.}
lehren
unterweisen
unterrichten
instruieren
belehren

ik heb geleerd
jij hebt geleerd
hij/zij/het heeft geleerd

ich habe gelehrt
du hast gelehrt
er/sie/es hat gelehrt
» meer vervoegingen van lehren

Ik kan je leren vechten.
Ich kann dich das Kämpfen lehren.
leren, aanleren {ww.}
lernen

ik heb geleerd
jij hebt geleerd
hij/zij/het heeft geleerd

ich habe gelernt
du hast gelernt
er/sie/es hat gelernt
» meer vervoegingen van lernen

Je moet hard leren.
Du must intensiv lernen.
Ik wil leren zwemmen.
Ich will Schwimmen lernen.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Duits

Mij is iets anders geleerd.

Man hat mich etwas anderes gelehrt.

Waar heb je dat geleerd?

Wo hast du das denn gelernt?

Wie heeft hen tafelmanieren geleerd?

Wer hat ihnen Tischmanieren beigebracht?

Waar heeft u Italiaans geleerd?

Wo haben Sie Italienisch gelernt?

Ik heb veel van je geleerd.

Ich habe viel von dir gelernt.

Ik heb dit weekend veel geleerd.

Ich habe dieses Wochenende viel gelernt.

Ik heb geleerd als Tom te denken.

Ich habe gelernt, so zu denken wie Tom.

Ik heb geleerd te leven zonder haar.

Ich habe gelernt, ohne sie zu leben.

Ik heb veel geleerd uit zijn boeken.

Ich habe viel aus seinen Büchern gelernt.

In de tussentijd hebben wij van onze fouten geleerd.

Mittlerweile haben wir aus unseren Fehlern gelernt.

Ik heb Frans geleerd in plaats van Duits.

Ich habe Französisch statt Deutsch gelernt.

We hebben Russisch geleerd in plaats van Frans.

Wir haben Russisch anstatt von Französisch gelernt.

Wat er toe doet is niet aan welke universiteit je afstudeerde, maar wat je geleerd hebt terwijl je er was.

Wichtig ist nicht auf welcher Universität Sie den Abschluss gemacht haben, sondern was Sie dort gelernt haben.


Gerelateerd aan geleerd

knap - ontwikkeld - bijbrengen - instrueren - leren - scholen - aanleren