Vertaling van genadigheid

Inhoud:

Nederlands
Duits
begunstiging [v], genadigheid [v], gunst {zn.}
Vorteil [m] (der ~)
Gewogenheit
Vergünstigung [v] (die ~)
Huld
Gunst [v] (die ~)
Gnade [v] (die ~)


Gerelateerd aan genadigheid

begunstiging - gunst