Vertaling van genezen

Inhoud:

Nederlands

Duits

genezen {ww.}

genesen

wij genezen
jullie genezen
zij genezen

wir genesen
ihr genest
sie genesen
» meer vervoegingen van genesen

genezen {ww.}

genesen

wij genezen
jullie genezen
zij genezen

wir genesen
ihr genest
sie genesen
» meer vervoegingen van genesen

beter worden, genezen, helen {ww.}

heilen
genesen

wij genezen
jullie genezen
zij genezen

wir heilen
ihr heilt
sie heilen
» meer vervoegingen van heilen

Dit medicijn zal je huidziekte genezen.

Diese Medizin wird deine Hautkrankheit heilen.

Nederlands

Duits

Dit kan niet volledig genezen worden.

Es kann nicht vollständig geheilt werden.

Dit medicijn zal je huidziekte genezen.

Diese Medizin wird deine Hautkrankheit heilen.

Kanker kan genezen worden als het bijtijds ontdekt wordt.

Krebs kann geheilt werden, wenn er rechtzeitig entdeckt wird.

Kanker kan gemakkelijk genezen worden als het in de eerste fase ontdekt wordt.

Krebs kann leicht geheilt werden, wenn er im Anfangsstadium festgestellt wird.