Vertaling van geselen

Inhoud:

Nederlands
Duits
geselen {ww.}
stäupen
geißeln

wij geselen
jullie geselen
zij geselen

wir stäupen
ihr stäupt
sie stäupen
» meer vervoegingen van stäupen

geselen, met de zweep geven, striemen, zwepen {ww.}
peitschen
kasteien

wij geselen
jullie geselen
zij geselen

wir peitschen
ihr peitscht
sie peitschen
» meer vervoegingen van peitschen



Gerelateerd aan geselen

met de zweep geven - striemen - zwepen