Vertaling van gewezen
Inhoud:
Nederlands
Duits
gewezen, voormalig, vroeger {bn.}
gewesen
einstig
ehemalig
vergangen
einstig
ehemalig
vergangen
ex-, gewezen, oud-, voormalig, vroeger
Ex-
aanduiden, aangeven, aanwijzen, uitduiden, wijzen {ww.}
zeigen
weisen
anweisen
andeuten
weisen
anweisen
andeuten
ik heb gewezen
jij hebt gewezen
hij/zij/het heeft gewezen
ich habe gezeigt
du hast gezeigt
er/sie/es hat gezeigt
» meer vervoegingen van zeigen
Dat kan ik je aanwijzen!
Ich kann es Ihnen zeigen.
Kunt u mij de weg naar de haven wijzen?
Kannst du mir den Weg zum Hafen zeigen?
laten zien, tentoonspreiden, tonen, vertonen, wijzen, uitwijzen {ww.}
zeigen
hinweisen
weisen
anweisen
angeben
hinweisen
weisen
anweisen
angeben
ik heb gewezen
jij hebt gewezen
hij/zij/het heeft gewezen
ich habe gezeigt
du hast gezeigt
er/sie/es hat gezeigt
» meer vervoegingen van zeigen
Ik zal je de stad laten zien.
Ich werde Ihnen die Stadt zeigen.
Ik zal jullie wat foto's laten zien.
Ich werde euch ein paar Bilder zeigen.