Vertaling van gezellig

Inhoud:

Nederlands
Duits
gezellig, huiselijk {bn.}
gemütlich
heimisch
häuslich
traut
gezellig, huiselijk {bn.}
gemütlich
gezellig, innig, intiem, knus, vertrouwelijk {bn.}
gemütlich
innig
intim
vertraulich
vertraut


Gerelateerd aan gezellig

huiselijk - innig - intiem - knus - vertrouwelijk