Vertaling van gezichtsvermogen

Inhoud:

Nederlands
Duits
zicht, gezicht [o], gezichtsvermogen {zn.}
Gesicht [o] (das ~)
Sehen
Sicht [v] (die ~)
Aussehen [o] (das ~)
Was je gezicht.
Wasch dir das Gesicht.
Je gezicht is bleek.
Du bist ganz bleich im Gesicht.


Gerelateerd aan gezichtsvermogen

zicht - gezicht