Vertaling van gids

Inhoud:

Nederlands
Duits
gids, gidsboek, leidraad, richtsnoer {zn.}
Richtschnur [v] (die ~)
Leitvorrichtung
gids {zn.}
Fremdenführer [m] (der ~)
Hij heeft een vakantiebaan als gids.
Er hat einen Ferienjob als Fremdenführer.
gids, gidsboek, reisgids, vademecum {zn.}
Führer [m] (der ~)
gids {zn.}
Führer [m] (der ~)
leidsman [m], voorman [m], gids, leider, geleider [m] {zn.}
Leiter [m] (der ~)
Führer [m] (der ~)


Gerelateerd aan gids

gidsboek - leidraad - richtsnoer - reisgids - vademecum - leidsman - voorman - leider - geleider