Vertaling van goedvinden

Inhoud:

Nederlands
Duits
goedvinden, het eens zijn, toegeven, toestemmen {ww.}
zuwilligen
zustimmen
beistimmen
einwilligen
beipflichten

ik zal goedvinden
jij zult goedvinden
hij/zij/het zal goedvinden

ich werde zustimmen
du wirst zustimmen
er/sie/es wird zustimmen
» meer vervoegingen van zustimmen

goeddunken, goedvinden {zn.}
Gutdünken [o] (das ~)
fiatteren, goedvinden, sanctioneren, goedkeuren, het eens zijn, overeenstemmen, samengaan, accorderen, stroken, bijeenpassen, rijmen, kloppen {ww.}
in Übereinstimmung sein
zusammenstimmen
in Einklang stehen
übereinstimmen

ik zal goedvinden
jij zult goedvinden
hij/zij/het zal goedvinden

ich werde zusammenstimmen
du wirst zusammenstimmen
er/sie/es wird zusammenstimmen
» meer vervoegingen van zusammenstimmen

fiat [o], toestemming [v], goedvinden {zn.}
Eintracht [v] (die ~)
Einigkeit [v] (die ~)