Vertaling van groeien
Inhoud:
Nederlands
Duits
groeien, vegeteren {ww.}
vegetieren
wij groeien
jullie groeien
zij groeien
wir vegetieren
ihr vegetiert
sie vegetieren
» meer vervoegingen van vegetieren
groeien, aangroeien, toenemen {ww.}
heranwachsen
sich vergrößern
sich vermehren
größer werden
sich vergrößern
sich vermehren
größer werden
wij groeien
jullie groeien
zij groeien
wir wachsen heran
ihr wachst heran
sie wachsen heran
» meer vervoegingen van heranwachsen
gedijen, groeien, toenemen, wassen, aanwassen {ww.}
wachsen
anwachsen
gedeihen
anwachsen
gedeihen
wij groeien
jullie groeien
zij groeien
wir wachsen
ihr wachst
sie wachsen
» meer vervoegingen van wachsen
Sinaasappels groeien in warme landen.
Apfelsinen wachsen in warmen Ländern.
Planten groeien snel na regen.
Pflanzen wachsen schnell, wenn es geregnet hat.
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Duits
Sinaasappels groeien in warme landen.
Apfelsinen wachsen in warmen Ländern.
Planten groeien snel na regen.
Pflanzen wachsen schnell, wenn es geregnet hat.