Vertaling van grond

Inhoud:

Nederlands
Duits
bodem [m], achtergrond [m], grond [m], ondergrond {zn.}
Boden [m] (der ~)
Grund [m] (der ~)
Gipfel [m] (der ~)
Abgrund [m] (der ~)
Tiefe [v] (die ~)
Innerstes
Fond [m] (der ~)
Hintergrund [m] (der ~)
Er is nog wat wijn op de bodem van het glas.
Am Boden des Glases gibt es noch einen Weinrest.
Als je goed kijkt dan zie je dat de doos een valse bodem heeft.
Wenn du genau hinsiehst, dann wirst du feststellen, dass die Kiste einen doppelten Boden hat.
aarde [v], aardrijk [o], bodem [m], grond [m], land [o], aardbodem {zn.}
Land [o] (das ~)
Erde [v] (die ~)
Boden [m] (der ~)
Grund [m] (der ~)
Terrain [o] (das ~)
Erdboden [m] (der ~)
De aarde is rond.
Die Erde ist rund.
Marsmannetjes hebben de aarde veroverd.
Die Marsmenschen haben die Erde besetzt.
basis, grond [m], grondslag, grondvlak {zn.}
Bettung [v] (die ~)
Sockel [m] (der ~)
Standlinie
Stützpunkt [m] (der ~)
Grundlage [v] (die ~)
Grundfläche [v] (die ~)
Fuß [m] (der ~)
Hauptbestandteil [m] (der ~)
Standfläche [v] (die ~)
Unterbau [m] (der ~)
Grundplatte [v] (die ~)
Unterlage [v] (die ~)
Untergrund [m] (der ~)
Grund [m] (der ~)
Grundzahl [v] (die ~)
Grundbestandteil [m] (der ~)
Grundlinie [v] (die ~)
Grundstoff [m] (der ~)
Basis [v] (die ~)
aarde [v], bodem [m], fond [o], grond [m], ondergrond, voedingsbodem {zn.}
Boden [m] (der ~)
Land [o] (das ~)
Erdreich
Erdboden [m] (der ~)
De oude man viel op de grond.
Der alte Mann fiel auf den Boden.
Een van de appels viel op de grond.
Einer der Äpfel fiel auf den Boden.
baseren, gronden {ww.}
gründen
stützen
basieren

ik grond

ich gründe
» meer vervoegingen van gründen



Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Duits

De oude man viel op de grond.

Der alte Mann fiel auf den Boden.

Ze parkeerde haar auto op een onbebouwd stuk grond.

Sie parkte ihr Auto auf einem unbebauten Grundstück.

Deze huizen werden tot de grond platgebrand door de vijand.

Diese Häuser wurden vom Feind bis auf die Grundmauern niedergebrannt.

In Singapore is op de grond spuwen een misdaad.

In Singapur ist es ein Verbrechen, auf den Boden zu spucken.

Een van de appels viel op de grond.

Einer der Äpfel fiel auf den Boden.

Op de vierde verdieping is er geen warm water, maar op de begane grond wel.

Im vierten Stock gibt es kein warmes Wasser, aber im Erdgeschoss schon.