Vertaling van harig

Inhoud:

Nederlands
Duits
harig {bn.}
Haar-
haarig
behaart
mit Haaren bedeckt
mit Haaren
harig {bn.}
haarig
behaart
mit Haaren
harig, ruig, ruigharig {bn.}
gezottelt
haarig
Zottel-
zottig
rauhaarzottig


Gerelateerd aan harig

ruig - ruigharig