Vertaling van hebben

Inhoud:

Nederlands
Duits
hebben, erop nahouden {ww.}
haben
besitzen

wij hebben
jullie hebben
zij hebben

wir haben
ihr habt
sie haben
» meer vervoegingen van haben

We hebben geld nodig.
Wir haben Geld nötig.
We hebben geen suiker.
Wir haben keinen Zucker.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Duits

We hebben gisteren getennist.

Wir haben gestern Tennis gespielt.

We hebben geld nodig.

Wir haben Geld nötig.

We hebben geen suiker.

Wir haben keinen Zucker.

We hebben dertien knuppels.

Wir haben dreizehn Knüppel.

Wij hebben genoeg tijd.

Wir haben genug Zeit.

We hebben geen suiker.

Wir haben keinen Zucker.

We hebben veel tijd.

Wir haben viel Zeit.

We hebben geen suiker.

Wir haben keinen Zucker.

We hebben geen wasdroger.

Wir haben keinen Trockner.

Hoeveel pennen hebben jullie?

Wie viele Stifte haben Sie?

Kinderen hebben liefde nodig.

Kinder brauchen Liebe.

We hebben gisteren gehonkbald.

Wir haben gestern Baseball gespielt.

We hebben twee kinderen.

Wir haben zwei Kinder.

Japanners hebben donkere ogen.

Japaner haben dunkle Augen.

Spanjaarden hebben twee achternamen.

Spanier haben zwei Nachnamen.


Gerelateerd aan hebben

erop nahouden