Vertaling van hecht

Inhoud:

Nederlands
Duits
gevestigd, hecht, stevig, vast {bn.}
fest
feststehend
firm
gediegen
stabil
wiederstandsfähig
kräftig
stark
hart
standhaft
sicher
unerschütterlich
entschlossen
beständig
Fest-
ferm, fors, hecht, potig, robuust, sterk, stevig, stoer, struis {bn.}
fest
befestigt
haltbar
wiederstandsfähig
dauerhaft
robust
kernig
degelijk, deugdelijk, flink, gedegen, hecht, solide, vast {bn.}
gesetzt
solide
lijmen, hechten, plakken {ww.}
ankleben
leimen
kleistern
kleben

ik hecht
jij hecht
hij/zij/het hecht

ich klebe an
du klebst an
er/sie/es klebt an
» meer vervoegingen van ankleben



Gerelateerd aan hecht

gevestigd - stevig - vast - ferm - fors - potig - robuust - sterk - stoer - struis - degelijk - deugdelijk - flink - gedegen - solide